In zijn boodschap voor de Veertigdagentijd in het Jubeljaar vraagt paus Franciscus om na te denken over wat het betekent om samen op weg te gaan in hoop, en over de oproep tot bekering die God tot ons allen richt, als individu en als gemeenschap.
Het thema van het Jubeljaar “Pelgrims van hoop” verwijst naar de reis van het volk Israël door de woestijn naar het beloofde land waarvan het boek Exodus verhaalt. Deze reis van slavernij naar vrijheid was door God gewild. Het is moeilijk dit bijbelse verhaal te lezen zonder te denken aan die broeders en zusters die ellende en geweld ontvluchten op zoek naar een beter leven voor zichzelf en hun geliefden.
Paus Franciscus: “Een eerste oproep tot bekering komt dus voort uit het besef dat we allemaal pelgrims zijn in dit leven; ieder van ons wordt uitgenodigd om stil te staan en zich af te vragen hoe ons leven dit feit weerspiegelt. Ben ik echt op reis, of sta ik stil, beweeg ik niet, verlamd door angst en hopeloosheid of onwillig om uit mijn comfortzone te stappen? Zoek ik manieren om de gelegenheden van zonde en situaties die mijn waardigheid aantasten achter me te laten?”
Als christenen zijn we samen op weg. De Kerk is geroepen om samen op te trekken, om synodaal te zijn. De Heilige Geest zet ons ertoe aan om onszelf los te laten en voorwaarts te gaan op weg naar God en onze broeders en zusters.
Paus Franciscus: “Samen op reis gaan betekent zij aan zij lopen, zonder anderen te duwen of te vertrappen, zonder afgunst of hypocrisie, zonder iemand achter te laten of uit te sluiten. Laten we allemaal in dezelfde richting lopen, op weg naar hetzelfde doel, met aandacht voor elkaar in liefde en geduld.”
De paus daagt ons uit verder te trekken in hoop, omdat ons een belofte gegeven is: de hoop stelt niet teleur (Romeinen 5, 5). “Dit is dus de derde oproep tot bekering: een oproep tot hoop, tot vertrouwen in God en zijn grote belofte van eeuwig leven”, aldus de paus. “Laten we onszelf afvragen: Ben ik ervan overtuigd dat de Heer mijn zonden vergeeft? Of doe ik alsof ik mezelf kan redden? Verlang ik naar verlossing en roep ik Gods hulp in om die te bereiken?”
Daarbij vraagt de paus ook om na te denken over gerechtigheid en broederschap: “Ervaar ik concreet de hoop die me in staat stelt om de gebeurtenissen in de geschiedenis te interpreteren en die me inspireert om me in te zetten voor gerechtigheid en broederschap, om te zorgen voor ons gemeenschappelijke huis en op zo'n manier dat niemand zich buitengesloten voelt?”
Hoop is het “zekere en standvastige anker van de ziel”. Het beweegt de Kerk om te bidden dat iedereen gered wordt en om uit te zien naar de vereniging met Christus, haar bruidegom in de glorie van de hemel.
Hans de Jong, katholiekleven.nl