Het onderstaande is een artikel dat op 2 november te lezen was in het Friesch Dagblad geschreven door Jan Auke Brink.
Allerzielen is de dag waarop vanouds in de Rooms-Katholieke Kerk wordt gebeden voor alle gestorvenen. Het komt steeds vaker voor dat ook protestantse gemeenten aansluiten bij de traditie om overleden geliefden te gedenken op deze dag.
Voor pastoor Tjitze Tjepkema zijn het drukke dagen. Vrijdagmiddag ging hij al voor tijdens een eucharistieviering voor Allerheiligen. Deze zaterdag begint hij de dag met een mis in de kapel van woonzorgcentrum Mariënbosch in Heerenveen, waar hij de overledenen van afgelopen jaar herdenkt. Aan het einde van de middag zegent hij de graven en de urnenmuur op de katholieke begraafplaats in Heerenveen. En in de avond gaat hij voor in een mis te Steggerda, waar ook weer de overledenen worden herdacht. Zondag doet hij dat vervolgens in de kerk van Heerenveen.
In katholieke kerken is het gebruik dat bij het overlijden van een parochiaan een gedachteniskruisje achter in de kerk wordt gehangen. Na de Allerzielenviering mogen nabestaanden dat kruisje mee naar huis nemen. „Het is een heel mooi gebruik. Alle nabestaanden zitten met Allerzielen in de kerk, en we gedenken de levens van hen die zijn overleden. We noemen van iedereen de naam. Mensen beleven op zulke momenten dat we bijelkaar horen en blijven horen. Het bidden en noemen van de namen versterkt de band tussen levenden en overledenen.”
Er bestaan verschillende soorten gedachteniskruisjes, afhankelijk van de gebruiken die in een dorp of wijk bestaan. Ook binnen Tjepkema’s HH. Petrus en Paulusparochie, met kerken in de plaatsen Heerenveen, Wolvega, Steggerda en Frederiksoord, bestaan verschillen. „In Steggerda zijn er mensen die zelf kruisjes maken en daar met de hand de naam van de overledene opschrijven. Maar bijvoorbeeld in Wolvega worden standaardkruisjes besteld. Je ziet die verschillen in de kerk terug: de muur in Steggerda oogt persoonlijker, in Wolvega zit er meer structuur in.”
Het woord Allerzielen is afgeleid van ‘gedachtenis aller zielen’. Het uitgangspunt is dat de mens bestaat uit een lichaam en een ziel. Als iemand sterft, scheidt de ziel zich van het lichaam om terug te keren naar God. Maar volgens het katholicisme moeten veel zielen eerst gelouterd worden, voordat ze daadwerkelijk in Gods nabijheid kunnen verkeren en Gods licht kunnen verdragen. Daarom wordt tijdens Allerzielen speciaal gebeden voor gestorvenen die nog niet voor altijd bij God verblijven. Tjepkema: „Allerheiligen op 1 november gaat over de mensen die al in het volle licht zijn. Allerzielen op 2 november is voor hen die daarnaar onderweg zijn.”
Tjepkema noemt Allerzielen ‘het Pasen van het najaar’. „We hebben uit de Bijbel geleerd dat we net als Christus en door Hem mogen verrijzen. Het evangelie volgens Johannes leert ons dat wie Jezus volgt en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft. Dat betekent dat de mensen die overleden zijn, niet dood zijn. Beton is dood. Overleden betekent dat je over het lijden heen bent. Iemand noemde het een keer ‘vereeuwigd’, dat vind ik er ook wel een heel mooi woord voor.”
Hoewel Allerzielen een katholieke herkomst heeft, wordt ook in protestantse gemeenten steeds vaker op 2 november stilgestaan bij de overledenen. In veel gevallen wordt het dan breder getrokken dan alleen de eigen gemeenteleden. Zo opent de Grote Kerk in Leeuwarden zaterdag de deuren voor iedereen die een kaarsje wil branden voor een overleden dierbare. Ook in de St. Vituskerk in Stiens kan dat. ’s Avonds worden dan kaarsjes gezet op de grafstenen van het kerkhof.
In Franeker opende de protestantse gemeente in Franeker vorig jaar voor het eerst de kerkdeuren met Allerzielen. Dat beviel zo goed, dat ook nu weer mensen kaarsjes kunnen branden en geliefden gedenken. Overdag is iedereen welkom, en kunnen ook de namen van overledenen op een papiertje worden geschreven. Om 16.00 uur is er een bijeenkomst waarin de opgeschreven namen worden voorgedragen, gedichten worden gelezen en muziek wordt gespeeld.
„Het was een idee van een diaken, die vroeg of we de kerk niet konden openstellen voor alle mensen in Franeker die iemand verloren hebben”, vertelt predikant Sytze Ypma. „Dat past ook bij de opdracht van de gemeente. De Martinikerk is ooit gebouwd in samenspraak met de stad. We willen ook nu nog verbinding zoeken met de inwoners van Franeker.”
In protestantse kerken worden de overledenen gebruikelijk herdacht op 31 december of ‘eeuwigheidszondag’. Dat is de laatste zondag van het kerkelijk jaar, voordat de adventsperiode begint - dit jaar is dat 24 november. In Franeker is de Allerzielenviering een aanvulling op die eeuwigheidszondag. „Dat blijft ook een belangrijk moment voor ons”, zegt Ypma. Een verschil is dat eind november met name de overledenen uit de eigen gemeente worden herdacht, terwijl het met Allerzielen breder is.
Ypma merkt dat veel mensen behoefte hebben aan zo’n mogelijkheid om bij overleden dierbaren stil te staan. „Het vervult een behoefte aan rituele momenten in het leven. Tegelijkertijd lijden we in Nederland en in het Westen aan rituelenarmoede: gebruiken uit de kerkelijke traditie zijn voor veel mensen weggevallen omdat ze niet meer bij de kerk horen. Daar zijn allerlei nieuwe rituelen voor teruggekomen, zoals een stille tocht. Maar wij als kerk moeten het vooral zoeken in de gebruiken die onze traditie biedt. Allerzielen past daar heel mooi bij. Ook omdat ik ervan uitga dat vroeger hier ook Allerzielen is gevierd, toen deze kerk nog katholiek was, dus voor de Reformatie.”